Er was er eens….

Er was er eens…. een verhaal te vertellen

Ergens op de aarde wordt onderstaand verhaal verteld, aan kinderen!
De kinderen hebben de leeftijd van ongeveer zes jaar en hun leraar vertelt hen het verhaal
omdat hij vindt dat het het mooiste verhaal is aller tijden. En vreemd genoeg…. ondanks dat
het een werkelijk schitterend verhaal is, wordt het bijna nooit aan kinderen verteld!!! De
meeste volwassenen kennen het zelfs ook niet! De leraar vindt dat heel erg jammer, want hij
is van mening dat ieder kind en ieder mens waar dan ook wonend op aarde, arm of rijk, blank,
geel of zwart, recht heeft dit verhaal te horen en te kennen. Het is een lang, spannend verhaal
en het zal nog niet af zijn als de kinderen de basisschool op twaalf jarige leeftijd verlaten,
maar de meesten zullen dan wel in staat zijn het verhaal zelf verder te schrijven en door te
vertellen. Zullen we even meeluisteren?


“Goedemorgen, lieve kinderen…..het wordt vandaag een heel bijzonder dag. Ik denk en ik
hoop dat het een dag wordt, die je nooit meer in je leven zult vergeten. Ik ga vandaag
namelijk beginnen met het vertellen van een verhaal, waarvan ik zeker weet dat, als jullie naar
de vervolgschool gaan, ik nog niet klaar ben met vertellen. Maar toch zullen jullie dan niet
boos op mij zijn dat ik de afloop nog niet heb verteld. Ik denk namelijk dat jullie dan zó
nieuwsgierig zijn geworden dat jullie, zonder mijn vertellingen nog nodig te hebben, zelf gaan
zoeken naar hoe het verhaal verder gaat. Ik verwacht, en eerlijk gezegd hoop ik dat ook, dat
jullie dat samen gaan doen; ieder met een eigen taak. Maar goed….dat zien we over een
aantal jaren wel, laat ik nu maar gauw beginnen.

Het is een verhaal, zó bijzonder, zó verwonderend, zó spannend…..de beste verhalenverteller
had het nimmer kunnen bedenken. Het meest bijzondere is nog wel, dat het verhaal over
onszelf gaat. En niet alleen over ons hier op school of over ons in ons land….nee… het gaat
over alle mensen op aarde. En niet alleen over de mensen die nu leven…nee…. Het gaat over
alle mensen die ooit op aarde geleefd hebben. Ik ben nog steeds niet klaar met mijn
opsomming, want het gaat niet alleen over alle mensen, maar ook over alle dieren. Alle dieren
van nu en alle dieren die ooit geleefd hebben. En het gaat over onze aarde, over alles maar
dan ook alles wat we op onze aarde kunnen zien….en zelfs over de tijd dat de aarde er nog
niet was…..” Verbouwereerd springt Jacqueline op en zegt verontwaardigd: “Maar de aarde
heeft toch altijd bestaan?” Onze leraar is een zachtmoedig type, pakt liefdevol haar
zwaaiende hand en vraagt: “Vertel ons, Jacqueline, hoe weet jij dat?” Het antwoord rolt direct
uit haar mond: “Dat zegt mijn moeder!” “En vertel eens, Jacqueline,” vervolgt de leraar. “heb
je aan je moeder gevraagd hoe zij dat weet?” “Natuurlijk!” zegt Jacqueline. “Maar mama
zegt dat de aarde er al was toen er mensen kwamen.”
“Dat is interessant!” zegt de leraar. “En weet je ook wanneer de eerste mensen kwamen?”
Jacqueline aarzelt, dit weet ze niet zo goed. De leraar reageert begripvol en begint te vertellen
dat we wel een vermoeden hebben wanneer de eerste mensen kwamen en ook een vermoeden
hebben wanneer de aarde is ontstaan, maar niet zeker weten.
Dan heb ik een vraag voor jullie allemaal: “Weten jullie het verschil tussen een vermoeden en
zeker weten? Deze vraag houdt iedereen goed wakker en er komen al snel veel antwoorden:
“Wat je zeker weet, kun je bewijzen!” “Bij vermoeden denk je dat het zo is”. “Ja, soms denk
je dat je het weet of weet je er wel iets van, maar kun je het niet bewijzen.”

Na het aanhoren van vele antwoorden en soms een echte discussie, pakte de leraar de draad
weer op. “Ik kan waarschijnlijk het beste helpen door verder te gaan met mijn verhaal, want
dat heeft ook te maken met zeker weten en vermoeden. Van het meeste dat ik ga vertellen,
heb je waarschijnlijk nog nooit eerder gehoord. En ondanks dat we steeds meer dingen zeker
weten, hebben we alleen een sterk vermoeden dat het verhaal in werkelijkheid zo gegaan is.
Daarom is het goed als jullie twee dingen onthouden. Knoop het maar goed in je oren! Het
zijn er maar twee, dus dat gaat zeker lukken.
Hier komt nummer één, die noemen we ‘de waarneming’.
De waarneming is iets wat we kunnen zien, horen, ruiken, voelen, meten.
Waarnemen komt heel erg dicht bij weten: op een andere dag kun je hetzelfde nog eens
waarnemen, je kunt praten of lezen over iets dat anderen ook hebben waargenomen. Je zegt
dan: dat weet ik, dat heb ik eerder ook gezien.
Nummer twee noemen we ‘de theorie’.
We denken dan dat iets op een bepaalde manier gebeurd is of zou kunnen gebeuren en we
hebben een heleboel dingen gezien die daar op lijken, maar we weten het niet zeker. We
hebben het nog niet in elke situatie waargenomen en weten ook niet of we het altijd op die
manier zullen waarnemen. Denken dat iets op een bepaalde manier is gebeurd of zou kunnen
gebeuren, komt dicht in de buurt van vermoeden. Je zou dan kunnen zeggen: ik heb veel (of
weinig) vertrouwen in deze theorie omdat ik vermoed dat die waar (of niet waar) is.
We kennen dus waarnemingen en we kennen theorieën. Het verhaal dat ik verder ga vertellen
kent héél veel waarnemingen, maar het kent ook veel theorieën. Ik zal jullie iedere keer
duidelijk vertellen als een stuk van het verhaal een waarneming is of een theorie.

Jacqueline, wat denk je. Ik sprak net over de tijd dat de aarde er nog niet was. Is dat dan een
waarneming of een theorie?”
Nu stelde de leraar weliswaar de vraag aan Jacqueline, maar er ontstaat rumoer in de klas. Het
lijkt er werkelijk op dat praktisch iedereen er een mening over heeft. Er wordt van alles door
elkaar geroepen. “De mensen konden toen nog niet schrijven!” “Er was nog helemaal geen
leven op aarde!” “Dat kun je nooit bewijzen!” “Hoe kunnen we dat nu weten?” “Er was eerst
een super-iets!”
Glimlachend volgt de leraar een tijdje de heftige discussie en vervolgt dan: “Laten we wel
wezen, ik had de vraag aan Jacqueline gesteld en jullie geven allemaal antwoord. Zo doen we
dat hier niet, hè? We spreken niet door elkaar; iedereen krijgt afzonderlijk het woord.
Als ik al jullie argumenten zo hoor, kan ik toch zeggen dat jullie allemaal een beetje gelijk
hebben.”
“Dan is het dus een theorie!” sprak Jacqueline hardop. Ze vond nog steeds dat ze het recht had
een antwoord te geven.